Voedselbank verruimt de norm voor afhalen hulppakketten vanwege inflatie
Voedselbanken verruimen de norm voor het verkrijgen van een voedselpakket. Dat heeft de koepelorganisatie Voedselbanken Nederland vanmiddag besloten. Met de maatregel wordt ingespeeld op de stijgende kosten van levensonderhoud, waardoor meer huishoudens in geldproblemen komen.
Voedselbanken kijken naar de inkomsten van huishoudens en de hoogte van de vaste lasten. Het bedrag dat na aftrek van de vaste lasten overblijft voor onder meer voeding en kleding bepaalt of iemand wel of niet in aanmerking komt voor voedselpakketten.
Nu is het bijvoorbeeld nog zo dat een alleenstaande ouder met twee kinderen die na aftrek van de vaste lasten minder dan 450 euro overhoudt, welkom is bij de Voedselbank. Dat bedrag wordt opgetrokken naar 520 euro. Voor een alleenstaande gaat het normbedrag van 250 naar 300 euro. De nieuwe richtlijn gaat per direct in.
Aanpassing dit jaar eerder
Normaal gesproken wordt het bedrag op 1 januari aangepast. Maar de voedselbanken hebben besloten de aanpassing eerder door te voeren vanwege de hoge inflatie. Lage en lage middeninkomens dreigen daardoor niet meer rond te kunnen komen.
De voedselbanken gaan ervan uit dat meer mensen zich melden voor een voedselpakket, onder wie ook steeds meer werkende mensen en tweeverdieners. Punt van zorg is dat er minder voedingsmiddelen worden gedoneerd aan de voedselbanken. Een van de oorzaken is dat supermarkten zelf meer acties organiseren om verspilling tegen te gaan.
“Pakketten worden al kleiner. Van gemiddeld 40 producten naar 35 á 30 in een pakket”, lichtte de coördinator van voedselbank West-Friesland afgelopen week toe.
10 euro inflatiecorrectie per persoon
Het basisbedrag per huishouden dat als norm voor hulp van de voedselbank wordt gehanteerd was eerst 250 euro. Dat wordt nu 300 euro. Van die extra 50 euro is 40 euro een correctie als gevolg van een foute berekening die er eerder in is geslopen. 10 euro is daadwerkelijk bedoeld als tegemoetkoming vanwege de inflatie.
Voor elke persoon meer in het huishouden werd tot dusver 100 euro bij het basisbedrag opgeteld. Dat wordt nu 110 euro.
bron: NOS